Houtduif

Naamgeving
Houtduif (Columba palumbus) 

Uiterlijk
Houtduiven zijn onze grootste duiven en hebben een grijsblauw uiterlijk met een witte halsvlek. Opvallend is ook de witte band op de vleugels. Hierdoor zijn ze goed te onderscheiden van holenduiven en stadsduiven waar dit wit ontbreekt. Opvliegende houtduiven laten een luid klapperend geluid van de vleugels horen.

Lengte en Gewicht
Lengte: 40-42 cm
Spanwijdte: 68-77 cm
Gewicht: 480-550 g. Mannetjes zijn iets zwaarder dan vrouwtjes

Biotoop
Houtduiven leven in agrarische gebieden, gemengde bossen, stadsparken en in grote tuinen in vrijwel geheel Europa.

Leefwijze en gedrag
Houtduiven zijn overdag actief. Ze vormen koppeltjes die een jaar blijven bestaan. In de winter zwerven ze in grote vluchten rond. Tegen de avond ontstaat een zogenaamde slaaptrek in de richting van de roestplaatsen, waar ze in grote aantallen overnachten. Soms zijn dat duizenden vogels.

Voortplanting
Aantal legsels: 1-2, in warme jaren zijn meerdere legsels mogelijk.
Aantal eieren: 2 witte eieren
Broedduur: 17 dagen

Het nest van een duif is een wat armzalig bouwsel van wat takjes, maar houdt wonderwel vaak stand ook bij flinke wind.

Voedsel
Houtduiven eten zaden, graan, scheuten, bladeren, eikels en allerlei bessen. Ze kunnen op land- en tuinbouwgewassen grote schade aanrichten (erwten, graan, koolplanten). Houtduiven maken voedselvluchten die wel meer dan een kilometer van hun nest kunnen liggen.

Jacht en bejaging
Houtduiven worden bejaagd van 15 oktober tot en met 31 januari. Buiten het jachtseizoen vindt bejaging met het geweer plaats op basis van een landelijke vrijstelling om schade aan gewassen te voorkomen.

Voorkomen
Houtduiven komen het hele jaar in Nederland voor als broedvogel en als wintergast. Ze trekken ’s winters rond naar de beste foerageerplekken. De broedpopulatie wordt aangevuld met wintergasten uit Scandinavië en Oost-Europa. In korte tijd kunnen er zo een miljoen houtduiven Nederland binnenvliegen. De meeste duiven broeden in Zuid en Oost Nederland, maar ook in steden en parken. De wintergasten verblijven ook grotendeels in Zuid- en Oost-Nederland en kunnen daar roestplaatsen bezetten van duizenden duiven. In totaal wordt het aantal broedparen geschat op 400.000-500.000 broedvogels. De trend is stabiel. Ook voor de wintergasten geldt dat de trend stabiel is. Naar schatting produceert de Nederlandse broedpopulatie circa 1,5 tot 2 miljoen jonge duiven.

Het afschot van houtduiven is in de loop der jaren iets toegenomen. Afschot van duiven vindt plaats in de jachtperiode, maar ook daarbuiten wanneer er sprake is van ernstige schade aan land- en tuinbouwgewassen.


De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.